Werkplekleren krachtiger benutten helpt medewerkers en daarmee zorgorganisaties zich voortdurend te blijven ontwikkelen. Dit is nodig om de kwaliteit van zorg te blijven handhaven en verbeteren, en als organisatie te overleven in een voortdurend veranderende omgeving. Maar wat houdt dat nou in ‘ krachtiger benutten’?
8 argumenten voor meer inzetten op werkplekleren
Meer aandacht voor werkplekleren in de zorg helpt medewerkers om een bewust lerende houding aan te nemen. Hierdoor wordt het informele leren doelgerichter en effectiever.
Medewerkers gaan leren vanzelfsprekend vinden, en niet meer een hele ‘opgave’ die extra energie vraagt en tijd kost.
Werkplekleren vergroot het adaptief leervermogen van medewerkers, waardoor zij flexibeler worden in hun functioneren en zich makkelijker aan kunnen passen aan veranderende omstandigheden.
Werkplekleren vergroot de transfer en daardoor de impact (het effect) van het geleerde in de praktijk, omdat het in de context van het dagelijkse werk wordt geleerd.
Je leert op het moment dat je het nodig hebt voor het werk. Omdat wat je leert direct betekenis heeft voor wat je doet, levert dit leren meer focus en effectiviteit op. Nut en belang zijn steeds heel helder: je wilt je werk goed of beter doen.
Je leert samen met en van je collega’s en andere betrokkenen (cliënt, mantelzorger, leidinggevende, vrijwilliger etc.) en ervaart dat je van iedereen kunt leren.
Kennis die aanwezig bij individuen, wordt gedeeld, waardoor collega’s, teams en de organisatie er ook van profiteren. Kennis en talenten binnen de organisatie worden zo beter benut.
Een deel van de nu formele leeractiviteiten kan verder worden geïntegreerd in de dagelijkse werkpraktijk, waardoor de kosten voor ontwikkeling van formele leeractiviteiten en verletkosten kunnen afnemen.