Doorgaan naar content
Werkplekleren in de zorg
Breinleren: voortbouwen met de associatie machine (principe 6)
Over werkplekleren

Breinleren: voortbouwen met de associatie machine (principe 6)

Terug naar overzicht

Door Amber Dirksen

— Geschatte leestijd 3 minuten

Je brein is een grote kapstok met oneindig veel haakjes waar je iets aan kunt ophangen. Het leert veel makkelijker als je deze haakjes kan gebruiken, in plaats van dat je eerst nieuwe haakjes moet maken in iemand anders hoofd. Het gebruik maken van de bestaande haakjes noem je ‘voortbouwen’.

Start de associatie machine

Gooi er maar een kwartje in en dan raast de associatiemachine in je brein zo door! Ons brein staat bekend om zijn vermogen om associaties te vormen tussen verschillende ideeën, concepten en herinneringen.

Er zijn verschillende soorten associaties die je brein snel legt:

  • Woordassociatie: Waar denk jij aan als je het woord ‘zon’ hoort? Denk je dan bijvoorbeeld aan de zee of het strand? Dit is een voorbeeld van woordassociatie. De associatie op basis van eerder opgedane kennis of ervaringen. 

  • Conceptuele associatie: Waar denk jij aan als je het McDonald's logo langs de snelweg ziet? Bijvoorbeeld aan friet en burgers. Dit is een voorbeeld van conceptuele associatie. Het zien van een logo of symbool kan een associatie oproepen met de producten of diensten van een bedrijf. 

  • Herinnering associatie: Als je bijvoorbeeld een geur ruikt die doet denken aan de parfum van je oma, kan dit verschillende herinneringen aan je oma oproepen. Dit is noem je herinnering associatie, je associeert de geur met je oma. 

  • Emotionele associatie: Het luisteren van muziek kan je terugbrengen naar een bepaald moment. Op welk nummer ben jij bijvoorbeeld naar het altaar gelopen? Wanneer je dat nummer weer luistert, activeert het de emotionele herinneringen naar dat moment. 

  • Plaats associatie: Ben jij weleens teruggegaan naar je oude basisschool? Wanneer je een plek bezoekt, kan dit herinneringen aan een eerdere gebeurtenis op deze plek oproepen. Bijvoorbeeld aan je basisschool vrienden of leraren. Dit noem je plaats associatie.

Fundering

Deze voorbeelden laten zien hoe je brein informatie en ervaringen niet geïsoleerd verwerkt, maar eerder als onderdeel van een netwerk van associaties. Het vermogen om snel en flexibel associaties te vormen, speelt een cruciale rol in ons denken, leren en begrijpen van de wereld om ons heen. Door verder te bouwen op de fundering van bestaande kennis, worden nieuwe neurale patronen verbonden met al bestaande netwerken. Hierdoor worden de netwerken sterker en bouw je een stevig huis op de al bestaande fundering. Wanneer er in je brein een item wordt geactiveerd, dan worden de items die hiermee geassocieerd zijn ook sneller geactiveerd. Super handig!

Do’s & Dont’s voor leren met VOORTBOUWEN op de werkvloer

  1. Activeer voorkennis door bijvoorbeeld iemand te vragen wat hij/zij al over een onderwerp weet. In leercontext zou je bijvoorbeeld ook een test jezelf in kunnen zetten om voorkennis te activeren. 

  2. Speel een associatie spel. Wat associeer jij met bepaalde onderwerpen?

  3. Gebruik metaforen. Zoals bijvoorbeeld de kapstok met haken in je brein of de snelweg met knooppunten. 

  4. Leer elkaar kennen. Zo kun je makkelijker aansluiten op de bestaande kennis van je (nieuwe) collega. Dit maakt het makkelijker wanneer je elkaar iets wilt uitleggen.

Dit was het laatste artikel in de reeks over breinleren. Je hebt nu kennis over de 6 verschillende breinprincipes. Zet jij alle tips in? Dan wordt jouw leerplek een ware kennis tempel!


Geef je reactie