Doorgaan naar content
Werkplekleren in de zorg
Breinleren: de knooppunten der zintuigen (principe 4)
Over werkplekleren

Breinleren: de knooppunten der zintuigen (principe 4)

Terug naar overzicht

Door Amber Dirksen

— Geschatte leestijd 2 minuten

Een sterk neuraal netwerk zorgt ervoor dat je informatie makkelijker kan terugvinden in je hersenen. Een neuraal netwerk is net als een web van verbonden breincellen die informatie doorgeven. Of als een wegennet waarover informatie reist van knooppunt A naar knooppunt B. Hoe meer punten er in het netwerk met elkaar verbonden zijn, hoe sneller informatie reist. En hoe efficiënter de informatie dus wordt verspreid en verwerkt.

Hoe spreek je die verschillende knooppunten aan?

Dat kan via de zintuigen. Wanneer je iets ruikt of proeft, wordt deze zintuiglijke ervaring direct omgezet in een signaal naar de hersenen. Je brein wordt geactiveerd. Er wordt een knooppunt aangesproken of gevormd. Wanneer er verschillende gebieden in je brein tegelijk geactiveerd zijn, wordt de weg in je brein breder. Zo kan een fietspad veranderen in een meerbaanse snelweg. Hoe breder de weg, hoe makkelijker de informatie later kan worden teruggevonden.

Ieder z’n eigen voorkeur

Horen, zien, proeven, ruiken en voelen. Je kan ze allemaal inzetten om informatie zo goed mogelijk op te slaan in je brein. Het is per persoon verschillend welke zintuiglijke ervaringen beter wordt onthouden. Over het algemeen is het wel zo dat visuele informatie (beeld) meer impact heeft dan tekstuele informatie.

Do’s & Dont’s voor leren met ZINTUIGEN op de werkvloer

  1. Spreek zoveel mogelijk zintuigen tegelijk aan. De stappen van een medische handeling kun je uit je hoofd leren aan de hand van een eigen geschreven tekst op een pakkend deuntje. Moet het de hockeypockey zijn of is het tegenwoordig een VVT-hit refrein? 

  2. Let op dat je niet onnodig zintuigen activeert. Achtergrondmuziek is bijvoorbeeld niet altijd nuttig. Of kan juist voor ruis zorgen voor de te leren informatie.

  3. Je kunt tekst ondersteunen met beeld. Let er op dat de tekst en het beeld niet te ver uit elkaar staan. Het is bijvoorbeeld niet handig om op een poster linksboven de tekst te plaatsen en rechtsonder de afbeelding waarin dit wordt uitgebeeld of ondersteund. 

  4. Je kunt de instructie ook ondersteunen met het uitbeelden van handelingen. Maak jezelf kleiner of groter bij bijvoorbeeld kleine of grote effecten van medicatie.


Geef je reactie